Eugene Klingeleers uit Rotem werd in Elen in de Langstraat, neergeschoten door een Duitse onderofficier. Het was op zondag 3 oktober 1943 kermis in Elen. In de namiddag werd er een voetbalwedstrijd gespeeld tussen Elen en Rotem. Na de wedstrijd werd er kermis gevierd.
Toen de jongens van Rotem per fiets naar huis gingen werden ze ter hoogte van café Heymans beschenen door een zaklamp. Wat er nadien juist gebeurde is onduidelijk, maar het staat vast dat een Duitse onderofficier Klingeleers met een revolverschot heeft gedood.
Toen de jongens van Rotem per fiets naar huis gingen werden ze ter hoogte van café Heymans beschenen door een zaklamp. Wat er nadien juist gebeurde is onduidelijk, maar het staat vast dat een Duitse onderofficier Klingeleers met een revolverschot heeft gedood.
Het verhaal van Eugene Klingeleers
Ook tijdens de oorlog werd er nog kermis gevierd. Zo ook in Elen. Op 3 oktober 1943 was het zover. In de namiddag was er een voetbalwedstrijd tussen Elen en de ploeg uit Rotem. Na afloop werd kermis gevierd in de plaatselijke cafés.
Café Schols in de Langstraat was het lokaal van de voetbalclub Elen Sport. De wedstrijden gingen door in de huidige Zandstraat. Het terrein lag rechts net voor het eerste kruispuntje.
Omdat het in Elen kermis was waren er ook Duitse soldaten en Feldgendarmen uit Maaseik aanwezig.
Omdat ze moeilijkheden wilden vermijden beslisten de jongens uit Rotem om toch maar tijdig naar huis te fietsen. Ze namen de Langstraat richting Steenweg en ter hoogte van café Heymans gebeurde het dan. Wat er zich juist heeft afgespeeld is niet meer te achterhalen vermits alle betrokkenen ondertussen overleden zijn.
Het enige wat rest zijn de na de oorlog afgelegde verklaringen. En die zijn nogal tegenstrijdig al naargelang de partij die aan het woord is.
Zeker is dat Eugène bij zijn vriend achter op de fiets zat en dat ze ter hoogte van het café werden beschenen door een zaklamp. Ze stopten, Eugène stapte af en werd doodgeschoten door een Duitse onderofficier.
Na het incident draagt men hem het café binnen waar men dokter Dalemans uit Rotem laat komen maar die kan enkel nog de dood vaststellen.
Het is nogal logisch dat dit gebeuren voor de nodige commotie heeft gezorgd en oorsprong is van de wildste verhalen. Iemand vertelde dat Klingeleers in het voorbijrijden naar de Duitser gestampt zou hebben. Een ander wist te vertellen dat hij tegen de Duitser zijn benen zou geürineerd hebben. Dat lijkt echter nogal onwaarschijnlijk als je achter op een fiets zit want dan zou je al halsbrekende toeren moeten uithalen. Ook werden er blijkbaar verklaringen afgelegd dat hij de Duitser bij de keel zou hebben gegrepen maar dat wordt door alle betrokkenen ontkend.
Het verhaal van Maurice Hilven:
De familie Hilven woonde destijds naast het café Heymans. De gebeurtenissen hebben zich dus praktisch voor hun deur afgespeeld. Zij zaten met de familie rustig in de woonkamer langs de straat toen er een luide knal weerklonk. De schrik zat er toen bij de mensen goed in en buiten gaan kijken wat er gebeurde was uit den boze: ze hielden zich zo stil mogelijk. Door de verduistering konden ze ook niet naar buiten kijken. Plots werd er op de achterdeur geklopt en verstijfde iedereen omdat men vreesde dat de Duitsers daar stonden. Maar gelukkig was het een familielid uit Rotem nl. neef Jan die totaal van streek was. Hij vertelde wat er gebeurd was en vroeg of hij niet bij zijn familie mocht schuilen. Dat vond vader Hilven helemaal geen goed idee vermits het goed kon zijn dat de Duitsers naar hem op zoek gingen. Hij werd dan ook gesommeerd om zich uit de voeten te maken en dat heeft hij dan ook maar gedaan.
Maurice is ondertussen overleden maar hij herinnerde zich de gebeurtenissen nog alsof het gisteren was. Het gekke van het verhaal is dat de mensen binnen in huis geen flauw idee hadden van wat er was gebeurd. Tegen de woning Hilven is er na de oorlog een ander gebouw opgetrokken zodat achterom gaan nu niet meer mogelijk is.
Het geluid van het schot moet wel luid geklonken hebben ook al gezien het op dat moment in de avond heel stil was op straat. Door de verduistering en de Duitse aanwezigheid was er geen beweging. Wat wel opvalt is dat er in de verklaringen van na de oorlog nergens de naam Hilven vermeld wordt. Nochtans was hij volgens Maurice getuige van het gebeurde.
Harrie Van Bussel was in café Heymans toen Klingeleers werd neergeschoten. Hij wilde net naar huis gaan toen het lichaam van de getroffene werd binnengebracht. Hij was volgens zijn relaas totaal van streek geweest als jonge man van 19 jaar. Destijds woonde hij in het Zand op de molen van Elen en hij heeft zich dan zo rap als hij lopen kon uit de voeten gemaakt en thuis het verhaal in geuren en kleuren verteld.
Café Schols in de Langstraat was het lokaal van de voetbalclub Elen Sport. De wedstrijden gingen door in de huidige Zandstraat. Het terrein lag rechts net voor het eerste kruispuntje.
Omdat het in Elen kermis was waren er ook Duitse soldaten en Feldgendarmen uit Maaseik aanwezig.
Omdat ze moeilijkheden wilden vermijden beslisten de jongens uit Rotem om toch maar tijdig naar huis te fietsen. Ze namen de Langstraat richting Steenweg en ter hoogte van café Heymans gebeurde het dan. Wat er zich juist heeft afgespeeld is niet meer te achterhalen vermits alle betrokkenen ondertussen overleden zijn.
Het enige wat rest zijn de na de oorlog afgelegde verklaringen. En die zijn nogal tegenstrijdig al naargelang de partij die aan het woord is.
Zeker is dat Eugène bij zijn vriend achter op de fiets zat en dat ze ter hoogte van het café werden beschenen door een zaklamp. Ze stopten, Eugène stapte af en werd doodgeschoten door een Duitse onderofficier.
Na het incident draagt men hem het café binnen waar men dokter Dalemans uit Rotem laat komen maar die kan enkel nog de dood vaststellen.
Het is nogal logisch dat dit gebeuren voor de nodige commotie heeft gezorgd en oorsprong is van de wildste verhalen. Iemand vertelde dat Klingeleers in het voorbijrijden naar de Duitser gestampt zou hebben. Een ander wist te vertellen dat hij tegen de Duitser zijn benen zou geürineerd hebben. Dat lijkt echter nogal onwaarschijnlijk als je achter op een fiets zit want dan zou je al halsbrekende toeren moeten uithalen. Ook werden er blijkbaar verklaringen afgelegd dat hij de Duitser bij de keel zou hebben gegrepen maar dat wordt door alle betrokkenen ontkend.
Het verhaal van Maurice Hilven:
De familie Hilven woonde destijds naast het café Heymans. De gebeurtenissen hebben zich dus praktisch voor hun deur afgespeeld. Zij zaten met de familie rustig in de woonkamer langs de straat toen er een luide knal weerklonk. De schrik zat er toen bij de mensen goed in en buiten gaan kijken wat er gebeurde was uit den boze: ze hielden zich zo stil mogelijk. Door de verduistering konden ze ook niet naar buiten kijken. Plots werd er op de achterdeur geklopt en verstijfde iedereen omdat men vreesde dat de Duitsers daar stonden. Maar gelukkig was het een familielid uit Rotem nl. neef Jan die totaal van streek was. Hij vertelde wat er gebeurd was en vroeg of hij niet bij zijn familie mocht schuilen. Dat vond vader Hilven helemaal geen goed idee vermits het goed kon zijn dat de Duitsers naar hem op zoek gingen. Hij werd dan ook gesommeerd om zich uit de voeten te maken en dat heeft hij dan ook maar gedaan.
Maurice is ondertussen overleden maar hij herinnerde zich de gebeurtenissen nog alsof het gisteren was. Het gekke van het verhaal is dat de mensen binnen in huis geen flauw idee hadden van wat er was gebeurd. Tegen de woning Hilven is er na de oorlog een ander gebouw opgetrokken zodat achterom gaan nu niet meer mogelijk is.
Het geluid van het schot moet wel luid geklonken hebben ook al gezien het op dat moment in de avond heel stil was op straat. Door de verduistering en de Duitse aanwezigheid was er geen beweging. Wat wel opvalt is dat er in de verklaringen van na de oorlog nergens de naam Hilven vermeld wordt. Nochtans was hij volgens Maurice getuige van het gebeurde.
Harrie Van Bussel was in café Heymans toen Klingeleers werd neergeschoten. Hij wilde net naar huis gaan toen het lichaam van de getroffene werd binnengebracht. Hij was volgens zijn relaas totaal van streek geweest als jonge man van 19 jaar. Destijds woonde hij in het Zand op de molen van Elen en hij heeft zich dan zo rap als hij lopen kon uit de voeten gemaakt en thuis het verhaal in geuren en kleuren verteld.
Vermits de na de oorlog afgelegde verklaringen de enige zijn die we hebben laten we ze hier volgen.